VRIJE TEKSTEN

Het avontuur van bacteriën
door Lewis
In het land van Lichaam waar alles vredig WAS, heersten er slechte bacteriën in de maag. Dat was een groot probleem.
Kapitein Zeppos en zijn leger van 50.000 man -euh bacteriën-, het grote leger van Lichaam, vertrok naar de maag. Maar toen ze aankwamen zagen ze dat ze duidelijk in de minderheid waren. Hun leger van zo een 50.000 bacteriën was maar een tiende van wat de vijand had. De slechte kant was namelijk met 500.000 soldaten en dan waren de bevelhebbers niet eens meegeteld. Overwinnen was ONMOGELIJK!

Ze vielen toch aan. Zoals verwacht overleed iedereen, behalve 1 bacterie. Het was de 21-jarige Aduwan. Hij was nog maar net in het leger.
Hij was naar het leger gegaan, omdat hij wees was.

Hij keerde terug en werd benoemd tot generaal. Met een leger van 450.000 bacteriën wist hij het vijandelijk leger te vinden. Zij waren nog steeds met 2.000 meer, maar door het plan van Aduwan slaagden ze toch.


Vanaf die tijd is de rust in de maag weer helemaal terug en is Aduwan een beroemde oorlogsheld.



SOFIE, HET KLEIMANNETJE           door Lenka


Hallo allemaal, ik ben Sofie. Ik ben 20 jaar oud en was model.
Ik ben gestart toen ik 14 jaar oud was. Ik kreeg veel kritiek. Veel mensen vonden dat dat kinderarbeid was.
Maar ik deed gewoon door, want ik deed het graag, dus waarom zou ik stoppen?

Toen ik 19 jaar oud was, werd er botkanker bij me gevonden.
Alles in mijn leven veranderde meteen.
Ik moest stoppen met mijn carrière als model.

In het begin moest ik twee keer per week naar het ziekenhuis.
Na een tijd begon mijn haar uit te vallen. En algauw moest ik in het ziekenhuis blijven.

Nu -5 maanden later- lig ik nog steeds in het ziekenhuis. Ik ben meer aan het slapen dan dat ik wakker ben.
Dan droom ik dat ik een grote vogel ben en dat ik steeds hoger en hoger vlieg. Dan sterf ik; ik hoor nog net iets piepen.

En dan… wordt het zwart

De geboorte van groen

Er was eens een kasteel en in dat kasteel woonden rood en blauw.
Ze kregen een zoon: groen.
Ze nodigden alle kleuren uit, behalve zwart.

Drie dagen later was het feest. Iedereen dronk en at. Tot de poort van
het kasteel plotseling opensloeg. Daar stond zwart. Hij was kwaad, omdat
hij niet was uitgenodigd. Zwart sprak een vloek uit op groen: “Jij zal
tweehonderd jaar slapen!”

Alle planten verwelkten; alles ging in een diepe slaap,behalve één kleur:
oranje.
Die kuste groen.
Onmiddellijk was de vloek verbroken: alles herleefde; nog mooier dan voordien.
Natuurlijk leefden ze -zoals het hoort bij sprookjes- nog lang en gelukkig.

The end

Lander

De terugkeer                                                                            door Dorus
Jullie zijn het misschien vergeten, maar ik niet. Het was die dag dat ik werd neergeschoten in de bank. Ik was een befaamde bankovervaller(die vaak zijn kogels vergat) en ging naar de bank om hem te overvallen. Toen ik de bank binnenkwam, zag ik een andere overvallen. Ik zei: “Meneer ik was hier eerst” en toen schoot ie me neer!
Daarna wist ik niet waar ik was; in de hel of in de hemel? Ik hoopte dat ik niet in de hemel was, want ik hou niet van rijstpap. Maar in de hel is het me te warm.
Ik had geen zin meer om te slapen en deed mijn ogen open. Ik lag in een ziekenbed. Die “.........” (invullen naar keuze)  had me neergeschoten, maar ik was niet dood;  jammer, ik zag een pensioen wel zitten.

Maar genoeg getreuzeld; ik moest hier weg! Ik deed en spectaculaire
sprong door het raam en landde op mijn hoofd.
2 weken later kon ik eindelijk uit het ziekenhuis.
Tijd voor wraak  “Hahahaha!”
Maar eerst naar mijn huis om iets te eten. Eens aangekomen zag ik dat mijn huis er niet meer was. “........!”(weer invullen naar keuze)
Dan was het onmiddellijk tijd voor wraak “Hahahaha!” Maar eerst een vermomming... Ik kocht een roze pruik  en een zwart pak. Toen was mijn geld  op. Jammer... Ik hielp een paar oude mensen over de straat en verdiende wat geld, daarna beroofde ik een klein fruitwinkeltje en verkocht een antieken kast die ik ergens onderweg had 'gevonden'. Toen had ik véél geld.  Ik kocht onmiddellijk een computer en zocht het adres van die “........” (hetzelfde liedje)  Eindelijk vond ik hem. Hij woonde in de .... straat.
Toen het nacht was, ging ik er heen. Ik zette mijn plan in actie; ik had eigenlijk
geen plan, maar dat was niet erg. Het huis was  een groot pakhuis.
Ik liep er binnen. Een stalen deur schoof voor de kapotte deur. Ik zat vast.
Toen hoorde ik een lach: “Hahahaha!” Ik riep:” Afpakker! Alleen ik lach zo!”
En toen zag ik allemaal rode puntjes van een sniper op mij.
“Auw, dat gaat pijn doen, hé?” zei hij gemeen. “Hahahaha!”
Ik zei: “Hou op met lachen. Misschien kunnen we er over praten...”

PANG!

Wind
Door Roos en Zoë

“Opstaan Jana!” Ik werd langzaam wakker terwijl mijn moeder aan het krijsen was. Treuzelend en moe slenterde ik naar beneden en at niets. Mama was nog steeds aan het krijsen, niet omdat ik moest opstaan, maar omdat papa weer iets stom had gedaan. Ik pakte mijn boekentas en ging op mijn fiets zitten.
Onderweg waaide de wind harder dan ooit. Voor ik het wist, lag ik op de grond. Ik weet niet hoe het kwam, maar mijn banden bleken plat. Nog 2 km te gaan...TE VOET. Dit ging niet makkelijk worden.
Ik stapte en zag iets rood in de verte; het kwam steeds dichterbij. Ik merkte dat het een ballon was. Er hing iets aan. Ik liet mijn fiets vallen, ging er naar toe, greep het briefje dat aan de ballon hing en las het:

Straks zijn we samen in het holst van de nacht.
Dit is waar ik zo lang op heb gewacht.

Ik propte het briefje in mijn zak en hoopte dat ik het zou vergeten, maar ik geraakte niet meer vooruit. Na een paar minuten in het rond te hebben gekeken, liep ik naar school waar ik 2 uur te laat aankwam.

Vandaag was het woensdag, dus school was bijna gedaan. Maar niet voor mij, want ik moest nablijven. Toen ik in de studieruimte binnenkwam, was er nog maar 1 plaats vrij. De plaats naast de jongen zonder naam, die me al weken stalkte. Hij staarde mij met grote ogen aan. Ik zei: “Hallo”, maar kreeg geen antwoord. Toen fluisterde hij iets  wat ik met moeite kon verstaan,  maar het klonk als een gedicht. Ik concentreerde me zo goed mogelijk op wat hij zei:

“Oh, maak me alsjeblief eens blij...
een woord van liefde en een zoen
daar zou ik nu een moord voor willen doen.”

“Tringgg!” De bel redde me van die vreemde jongen. Ik stapte naar huis en besefte dat dit een hele lange weg ging zijn. Plots voelde ik dat ik niet alleen was; ik hoorde voetstappen die steeds dichterbij kwamen. Achter me durfde ik amper te kijken, maar ik deed het toch. Ik keek terug voor me waar de vreemde jongen stond. Toen kreeg ik een klap in mijn gezicht en alles werd zwart…
Wordt vervolgd…

Lolo                  

Lolo was een meisje dat in het jaar 1900 leefde. Ze werd op 1 januari geboren.

Toen de Eerste Wereldoorlog aanbrak, was ze 14 jaar. Ze hielp in het opvangcentrum voor kinderen die op de vlucht waren. Want alle kinderen moesten naar Antwerpen in het opvangcentrum. Lolo moest er dus ook heen. Maar toen ze daar aankwam, hoorde ze dat alle kinderen vanaf 14 jaar moesten helpen om voor de jongere kinderen te zorgen. Zij werd verantwoordelijk voor de kleuters van 3 t.e.m 5 jaar. Ze maakte veel plezier.

Jaren verstreken...
Op een dag vroeg de directeur haar te komen. Er was een brief toegekomen:
Tekstvak: Hoi liefje,
Ik heb slecht nieuws: papa heeft de oorlog helaas niet overleefd.  
Maar gelukkig kan je nu weer naar huis; de oorlog is voorbij,
Ik heb je zo gemist.
Liefs,  mama.
Lolo was zo verdrietig, maar tegelijk ook blij dat ze haar mama terug zou zien. 3 uur later was Lolo thuis. Het was er stil zonder papa, maar ze bleven gelukkig met elkaar.
Lolo's mama vond gelukkig werk, zodat ze niet hoefden te gaan bedelen. Lolo zorgde voor het huishouden.

The End                                                                                                                                                                                                                                                                                        
ASTRID


Toon Tellegen


Toen de eekhoorn op een dag lekker lag te zonnen, kwam er een oude dame aan. Het was de oma van de eekhoorn. “Dag mijn kleine jongen.” Dat vond de eekhoorn raar, want zijn oma zat in het rusthuis en kon helemaal niet meer stappen.
Toen hij even later ook Garfield zag, snapte hij er helemaal niets meer van.
Hij dacht dat hij droomde, maar dat kwam, omdat het een droom was.
Toen hij dan uiteindelijk toch wakker schrok, was het avond.
Zijn vriend de vleermuis kwam er aan.
“Hey vriend, wat is er aan het handje?” De eekhoorn antwoordde:” Ik heb pijn aan mijn rug.””Ik ook”, zei zijn vriend.

De eekhoorn stelde voor om op reis te gaan. Dus zo gezegd zo gedaan: ze vertrokken nog diezelfde avond.
Onderweg kwamen ze vrienden tegen zoals de neushoorn, de wolf, het everzwijn en de koe, maar de koe was verdronken. 

Toen ze in Azië waren, kwamen ze de wesp tegen -die jullie allemaal nog wel kennen...- Maar die wou niet mee, omdat de eekhoorn op zijn vleugel had gelegen.

Niet veel later kwamen ze thuis en de mier zei “Welkom vrienden!”

Bedankt voor uw aandacht en tot ziens.


STAF
De politiemoord deel 2                              
 -door Paco-
De kranten stonden vol met artikelen over de bomaanslag, de politie die die dag verlof had genomen, was bij elkaar gekomen in een gebouw.
“We moeten de dader nu echt vinden voordat het nog erger wordt, hij speelt een spelletje met ons.”
“Nee, we moeten eerst een nieuwe commissaris vinden.” 
“Of een privédetective inhuren...” “Waarom een privédetective?” 
“Omdat onze beste detectives in het bureau waren tijdens de bomaanslag en de rest zijn allemaal kwakzalvers.” “Wat moeten we nu doen?”
Iemand, die toevallig in de buurt was, hoorde het gesprek en onderbrak: “Ik hoorde dat jullie een  privédetective zoeken.” “Ja dat is waar, maar wie heeft u dat verteld?” “Gewoon ergens gehoord, trouwens ik heet Jack; aangenaam kennismaken.”  Jack stapte binnen zonder toestemming te vragen, en ging naar de groep politiemannen.
“Ik neem de zaak aan”, vervolgde hij.

De politie stemde met het voorstel van Jack in en bracht hem op de hoogte.
Politie: Ze zeggen dat er in Nottingham een bende is opgericht, genaamd  
THE BLACK BANDITS; ze zijn gespecialiseerd in bomaanslagen en terreur zaaien.
Jack: Genoeg gepraat; door te praten, lossen we deze zaak niet op, ik begin met het geëxplodeerde politiebureau.

Een tijdje later zaten Jack en 2 politieagenten in het bureau van Nick Johnson. Het vreemde was dat er geen brokstukken, geen lijken en geen bloed aanwezig was en dus ook geen aanwijzingen.
Jack: Wie is hier na de de ontploffing nog geweest?
Politie: Een paar dokters om te kijken of er iemand de ontploffing had overleefd.
Jack: Op naar het ziekenhuis!

Toen ze de trap afliepen, hoorden ze plots drie explosies na elkaar.
Twee op het vliegveld en één in het ziekenhuis
Alweer hetzelfde verhaal als in het bureau: geen lijken, geen bloed, geen brokken.
Jack: Eén ding is zeker: we worden in de gaten gehouden. We wouden naar het ziekenhuis gaan, dus werd het opgeblazen.
Politie: Maar waarom ook het vliegveld?
Jack: De hangaar en de controletoren... dus de terrorist zit op een vliegtuig zonder communicatie met het vliegveld. We kunnen hem niet achterna, want alle andere vliegtuigen zijn ontploft.
Politie: Wat moeten we dan doen?
Jack: Eerst moeten we te weten komen wie ze zijn.

Jack had zijn zin nog maar net uitgesproken of ze hoorden alweer een knal!  Eén van de politieagenten viel dood neer. Eén van de agenten had de andere neergeschoten. Jack draaide zich om. Hij zag nog net hoe de nepagent de loop van zijn pistool in zijn mond stak en de trekker overhaalde.

WORDT VERVOLGD...




Charlin Owusu
Er was eens een meisje; ze was geboren op 22 augustus in het jaar 2002
in België. Haar papa en mama kozen de naam Charlin Owusu.
Ze woog 2 kilo en 800 gram.
Haar ouders waren in Ghana geboren, maar ze zijn naar
België verhuisd. Haar papa heeft 13 kinderen: Lucky, Maybel, Charlin, Dixie, Luna, Filicity, Lizzy,Victoria, Nana, Cordelia, Silvanus, Sylvia en Nancy.
Haar opa heeft nog meer kinderen: 33
Charlins mama heeft er 4: Lucky, Maybel, Charlin, en Filicity.

Toen Charlin  2,5 jaar was, mocht ze naar een topschool: “De Harp”: een supercoole  school! Haar eerste vriendin heette Zoë Vanallemeersch. Ze zaten in dezelfde klas bij Lut. Toen hun papa's hen tegelijk kwamen ophalen, hadden ze dezelfde bril op; dat was écht grappig!

Wanneer Charlin vier jaar werd, kreeg ze de beste verjaardag ooit: er werd een GROOT feest georganiseerd en bijna gans haar familie was er; dat was zó leuk.

Nu is ze 11 jaar en heeft ze  een superleuk jaar, want ze zit bij juf SASKIA in het 5de leerjaar, net als haar zussen CORDELIA en LIZZY en broer SILVANUS vroeger.

Charlin zat bij nog supertoffe juffen en meesters: eerst bij LUT, dan bij MARTINE  SYLVIE, Veerle (er kwamen toen vijf vervangers, omdat Veerle veel ziek was:  Eva, KRISTOF, CAROLINE, HANNES en HEIDI).

En dit is nog maar het begin van haar leven...    

Het Verhaal Van De Reus
door Caitlin
Er was eens een reus die Nonno heette.                                 
Nonno was een lieve reus en droeg bijna altijd groen. Alleen als oma langskwam, droeg hij deftige kleren, want oma was een deftige vrouw.
De reus was verliefd op Sneeuwwitje, maar altijd als hij naar haar ging, gilde ze en liep weg.

Maar net toen Nonno dacht dat zij hem nooit zou zien staan, kwam een elfje tevoorschijn uit het niets en zei: ''Hallo, ik ben Flora, is er iets?'' Nonno keek gewoon en gromde: ''Ja, er is iets.''
''Wat is er dan?''
Nonno antwoordde niet en Flora verdween.

Toen Nonno terug thuis was, was hij erg verbaasd om Flora
in zijn huis te zien. Hij vroeg haar: ''Waarom ben je hier?”
''Ik ga niet weg tot jij mij vertelt wat er is!'' zei ze toen ze in zijn zetel neerplofte.
Nonno zuchtte diep:''Ik ben verliefd op Sneeuwwitje. Ze ziet me wel staan, maar loopt altijd weg als ik in haar buurt kom.”

Flora keek hem verbaasd aan: ''Ik heb een idee. Geef haar een kat!''
''Een kat?'' vroeg Nonno verbaasd.
Maar hij wou het een kans geven en gaf Sneeuwwitje de dag nadien een kat.
Op slag werd Sneeuwwitje verliefd.

Terug thuis vroeg Flora hoe het was gegaan.
Geweldig!'' riep Nonno gelukkig ''Ik denk dat ze verliefd op me is!''

De volgende dag vroeg Nonno aan Sneeuwwitje of zij met hem wou trouwen en Sneeuwwitje antwoordde: ''JAAAAAAAAAAA!''
De week nadien trouwden ze. Ook oma was erg blij; nu zou Nonno wel leren altijd deftig te zijn. Nonno beloofde dat hij het ging doen, maar deed het niet.                

Dit was dan het verhaal van de reus.

DE GRIJZE JAGER- door Staf

Op mijn verjaardag werd ik -zoals gewoonlijk- wakker.
Er hingen allemaal vlagjes aan het plafond. Ik keek naar buiten en wat zag ik? Een man met een groengrijze cape en pijl en boog in de hand.
Ik dacht bij mezelf: “Nee, dat kan niet...” Ik was juist het boek 'De grijze jager' aan het lezen.

Plots kwam er een pijl op mij af. Ik bukte mij nog net op tijd. De pijl kwam in de zetel terecht. Er hing een briefje aan.

Ik heb je hulp nodig voor een geheime missie.


Ik deed het raam open en riep:”Oké, maar dan moet ik eerst mijn vrienden halen.”

Mijn vrienden waren Dorus en Kobe. Kobe was bijna altijd verstrooid en Dorus kon lopen als de beste (maar in ontwijken was hij niet goed).

Toen ik iedereen had opgetrommeld, gingen we naar de mysterieuze man. Hij vertelde wat de geheime missie inhield.

Even later zaten we op de boot. Toen we aan land kwamen, begon Dorus meteen hard te lopen en viel in een put met scherpe stekels. Hij was op slag dood. Kobe was een beetje verstrooid en zwom de verkeerde kant op.
Toen waren de grijze jager en ik alleen voor. We kwamen bij een oud kasteel aan. De grijze jager schoot een pijl met touw af. Zo klommen we naar binnen.
Daar zagen we twee zwaarbewapende soldaten en een wrattige koning.
De soldaten hadden speren, zwaarden en nog veel meer.

Wij waren niet klaar voor de strijd; we moesten trainen. We verlieten het kasteel en maakten een kamp. Daar trainde de grijze jager me. Na enkele dagen was hij tevreden.
We begonnen met de verrassingsaanval: de grijze jager schoot een pijl en die was meteen raak. Ik pakte een zwaard en zwaaide in het rond. Al snel waren we bij de koning. Die stond te trillen op zijn benen.
We lieten hem op één voorwaarde vrij: hij moest beloven het eiland 'Wia To Zou' nooit meer aan te vallen. Hij beloofde het plechtig. Onze missie was geslaagd.

Toen we thuis waren, kwam Kobe terug uit de zee. We waren verdrietig, want Dorus was gesneuveld... en toen werd ik wakker! Het was allemaal een droom!

Die dag gingen we alledrie snowboarden voor mijn verjaardag.
En toch dook de grijze jager op. Hij riep: “THE END!”


 Het wonderkind

Er was eens een wonderkind. Hij was speciaal, maar hij mocht van zijn ouders niet vertellen dat hij een wonderkind was, anders zouden ze hem raar vinden.

Op een dag vertelde hij zijn geheim toch aan zijn beste vriend. Zijn vriend vond hem onmiddellijk na het verhaal niet meer leuk en besloot hun vriendschap te verbreken.
Omdat iedereen hem plots vermeed, besloten zijn ouders te verhuizen.

Een nieuwe wereld ging voor hem open en hij zou nooit meer iemand zijn geheim vertellen.
Het leven was normaal het liep zijn gewone gangetje. Op school had hij al veel vrienden gemaakt, al bleef het moeilijk zijn geheim te verzwijgen.

Op een dag brak er een hel los: een gigantisch monsters betrad de stad en iedereen sloeg op de vlucht, behalve het wonderkind. Hij moest en hij zou dat monster verslaan. Het gevecht was hevig; het monster had een stalen huid; hij kon vuurspuwen en had vlijmscherpe tanden.
Het wonderkind gebruikte zijn onnatuurlijke krachten om het monster te verslaan. Het kostte hem veel moeite, maar toch slaagde hij er in.
Nu had hij een probleem: iedereen had gezien hoe hij het monster had verslagen. Hij wou niet, maar wist dat hij opnieuw moest verhuizen. Iedereen zou hem namelijk weer uitsluiten. Maar deze keer reageerden de mensen positief; heel erg positief!
Ze vonden hem natuurlijk wel speciaal, maar ook super. Ze zagen hem als held. De burgemeester benoemde hem tot beschermer van de stad. En zo was iedereen gelukkig!

Chardeh

HET CIRCUS

Er was eens een circus. Het circus stond bekend om zijn prachtige olifantenshow,
Van over heel de wereld kwamen mensen naar de olifantenshow kijken.
De hoofdolifant van de show heet Bobie; Bobie heeft eigenlijk een hekel aan het circus, want hij moet veel teveel doen voor een handje pinda's. Bobie besloot de wijde wereld in te trekken.
Maar zijn baas, de circusdirecteur was daar niet blij mee en dwong hem om te blijven.

Op een dag besloot de olifant toch weg te lopen. Hij wist dat het niet makkelijk zou zijn, want de circusdirecteur had de beveiliging van het circus verdubbeld. Maar dat hield de olifant niet tegen: hij had een plan.
Zijn plan was om net na de voorstelling als iedereen naar buiten ging vlug te gaan lopen zodat niemand hem kon tegenhouden

De volgende dag...
Net als de voorstelling ging beginnen, fluisterde hij:” Dit is mijn laatste optreden.” Eerst kwam een slangenmens, dan de leeuwen en nog veel andere circuslui.
Na wel 19 vertoningen, was het eindelijk aan de olifanten waar iedereen voor kwam.
Het licht sprong aan en daar stond hij: dé geliefde olifant!
Na de show greep hij zijn kans: hij liep zo rap mogelijk naar buiten en niemand kon hem tegenhouden.
De circusdirecteur was woedend en begon te flippen.

De olifant liep de weg op, zorgde dat er een paar auto's tegen mekaar reden,...
Na een paar uur lopen, kwam hij in een groot park terecht. Hij vond het er zalig. Sindsdien woont hij daar.

Bobie was gelukkig, maar hoe de circusdirecteur het verder stelde, weten we niet.


Amanuel



SLAPEN

Op een dag ging ik bij mijn vriend slapen. Ik kwam aan in zijn huis en zette mijn koffers in de gang.
We gingen naar zijn kamer en zaten op bed. We praatten over vanalles.
En toen had mijn vriend een idee. Hij wou naar het bos.
Dus we namen onze fietsen en reden er heen.
In het bos was er een meertje met veel kikkers. We vingen er een paar.
Toen werd het laat.
We reden terug naar huis, gooiden onze fietsen in het tuinhuis en gingen slapen.

Midden in de nacht werden we wakker. We slopen naar beneden. In de keuken hoorden we een kraan lopen.
We zagen voetstappen. We volgden ze. Ze leidden ons naar het tuinhuis.
Plots zagen we een man met een zwarte muts. Ik trilde op mijn benen; ik was heel erg bang.
Hij had de fiets van mijn vriend vast. Hij trok zijn muts af en ... ik schrok!
Het was mijn grote neef.
Ik vroeg met een bevende stem: “Ben jij een dief?”
Ja”, zei hij.

We belden de politie. Hij werd opgepakt. Hij moest twee weken in de cel en had zijn lesje wel geleerd.


Raoul

De zilveren schaduwpijlen - door Warre

Kom op iedereen in de houding!” hoorde Gelan heer Roderick in de verte luidkeels brullen.
Arnaut en zijn leermeester Ulf hadden gisteren een groot zwijn op de hielen gezeten.
Een paar minuten later hadden ze aan een oude boer, die ze tijdens de terugweg tegenkwamen, gevraagd of hij de baron wou waarschuwen dat ze een monster van een zwijn achtervolgden.

Toen de jagers stevig en vastberaden in de grond genesteld rond het struikgewas -waar het dier zich bevond- stonden, gingen ze in een speciale houding staan. Zo konden ze het dier misschien tegenhouden.

Het zwijn stortte zijn volle gewicht op een van de minder goede leerlingen van heer Roderick, die vervolgens achteruit deinsde.
Het woeste zwijn slingerde zijn slachttanden heen en weer en sneed geweldige gaten in de lucht.
De jager schreeuwde het vervolgens uit. Het was gedaan met de arme jongen, die nog een laatste geluid hoorde van de zwarte pijl van Ulf , die het hart van het zwijn doorboorde.
Iedereen ging rond hem staan om hem te feliciteren.

Op de terugweg naar het kleine huisje van Ulf, dat aan de bosrand stond, kwamen ze een riviertje tegen.
Arnaut ontdekte dat er een vlot lag aangemeerd.
Dat kwam goed van pas, want Ulf wou nog een keertje op training gaan.

Toen ze eenmaal goed en wel op het water waren, kwamen ze een paar krokodillen tegen.
Ulf zag er een gevaar in, want de vorige keer werd hij zwaar toegetakeld door één van die kroko's.
Hij maakte Arnaut duidelijk dat hij zijn boog moest spannen.
Ulf had hem geleerd dat hij zich moest proberen te voorzien op wat het doelwit zou doen. Dus dat deed hij ook.
Hij wist ook dat hij het dier niet moest doden, maar alleen moest verlammen.
Dus schoot Arnaut de pijl recht op de archopolisspier.
Hij sprong vervolgens op het dier en reed er meteen mee weg.
Toen Ulf en Arnaut al tientallen minuten te water waren, hoorden ze plots geflapper van een zeearend. De roofvogel pakte Arnaut op en vloog ermee weg.
Ulf viel direct aan en schoot een van zijn zilveren schaduwopwekkende pijlen af, die de vogel onmiddellijk uitschakelde.
De pijl vloog rakelings langs een van de poten en kwam een fractie van een seconde later terecht in de borst van het dier. De zeearend verduisterde en stortte neer.
Voor hij neersmakte, liet hij nog de greep waarin Arnaut geklemd was, los.
Arnaut stortte neer, maar Ulf ving hem op en legde hem neer op de rug van het karkas.

Hij reed weg, de horizon tegemoet, terwijl Arnaut heen en weer botste op de rug van het dier.

Warre


FACEBOOK= ...  - door Helena 

Het duurde veel te lang; hij bleef maar draaien en zoemen: "Bzzzzzzzzzzzzzzzzzzz."



Ik besloot om naar boven te gaan, neer te ploffen achter mijn computer, naar Facebook te gaan en dan -zoals bijna alle jongeren- verslaafd achter mijn computerscherm te staren.

Toen plots hoorde ik een keiharde KNAL. Ik ging rustig naar beneden en zag dat er net boven de plaats waar de microgolf zojuist nog stond, een groot gapend gat zat. In dat gat ontdekte ik de microgolf. Ik trok eens aan de stekker, maar er was geen beweging meer in te krijgen. Eén ding wist ik zeker: mijn melk zou tenminste wel lekker warm geweest zijn... Enfin, niets aan te doen. Ik ging maar weer naar boven. Daar zat ik, tot: "Bzzzzz Bzzzzz Bzzzzz." Ik haalde mijn iPhone -honderd en zoveel- uit mijn zak en las het smsje :
Zender: 04/56 896 325 14/11/12
Boodschap aan alle klanten van Mobistar:
1.Druk op 1 en uw gsm gaat automatisch uit.
2.Druk op 2 en al uw berichten worden gewist.
3. Druk op 3 en al uw contacten worden gewist.
4. Druk op 4 en uw SIM-kaart gaat eraan.
5.Druk op 5 zodat uw GSM zichzelf vernietigt

Uit onoplettendheid duwde ik per ongeluk op 5 en JA HOOR: mijn gsm ging dus kapot en door de klap was er weer een gat in het plafond. Tot zover het droevige einde van mijn Iphone.
Terug naar Facebook... EEN MELDING! Ik keek ernaar en klikte zo’n tien keer op de ‘vind-ik-leuk-knop’; tot opeens: "BOEM! SPLATSJ!" Ik keek rondom mij en zag dat de kamer helemaal onder de kleren en de zeep zat. Ik ging op zoek naar de oorzaak en ja hoor: de wasmachine had het op een heel vervelende wijze begeven. Ik ruimde niet op, want ik wou zeker niets missen van op Facebook.
Een beetje later…
Ik stak de pizza -mmmmm!-, die mijn mama voor mij klaargelegd had, in de oven en ging snel weer naar boven om mij te vermaken met de vele rare spelletjes van Facebook...
"Zoeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeemmmmmmmmmmmmmmmmm!" Niet weer! Wat was er nu weer aan de hand? Ik ging naar beneden en zag dat de oven door de muur naar de buren was geknald. Waarschijnlijk ook ontploft. Gelukkig waren mijn buren op vakantie, dus hoefde ik voorlopig niks te gaan uitleggen. Ik ging voor de verandering aan mijn bureau zitten en zocht op de vastgoedsite naar een nieuw huis, want na al die ontploffingen bleef er niet zoveel meer van over…
Dat was zo’n beetje mijn verhaal. Gelukkig ontplofte mijn laptop niet en heb ik mijn Facebook nog.
Oh ja, ik vergat bijna nog even een facebookstatus te plaatsen:
‘Huis naar de vaantjes. Moeder zal wel boos zijn. Stemming: beetje bang. L

Geen opmerkingen: